Het vak omgevingsmanagement in vogelvlucht

Wat zijn de verschillen tussen omgevingsmanagement aan OG en ON zijde?

In deze aflevering deelt Lummieke IJmker haar ervaringen bij de gemeente Almere en Dura Vermeer. Aan bod komt onder andere welke competenties belangrijk zijn voor een omgevingsmanager, wat de verschillen zijn tussen werken aan OG- en ON-zijde en hoe ga je om met het feit dat mensen eenzelfde situatie heel verschillend kunnen ervaren?

Transcript aflevering

Carlijn: Welkom bij een nieuwe aflevering van Omgevingsmanagement, de podcast. Vandaag heb ik Lummieke IJmker op bezoek. Welkom Lummieke.

Lummieke: Dankjewel, Carlijn.

Carlijn: Wil je wat meer vertellen over jezelf?

Lummieke: Zeker. Nou, we zijn vandaag een Uithoorn, bij mijn huidige project: de bouw van de Uithoornlijn tussen Amstelveen en Uithoorn. Sinds zes jaar werk ik bij Dura Vermeer, aannemer in allerlei vormen van bouw, maar dan aan de kant van de infra. Daarvoor heb ik zestien jaar bij de gemeente Almere gewerkt als communicatieadviseur en daar kreeg ik steeds meer te maken met omgevingscommunicatie. Zo kwam ik Dura Vermeer tegen. Toen ben ik uiteindelijk overgestapt, want ik wilde wat meer inhoud.

Carlijn: Ja, en is dat gelukt?

Lummieke: Dat is heel goed gelukt. Ik ben daar heel tevreden over en met terugwerkende kracht denk ik dat ik ook de ideale opleiding daarvoor gedaan heb. Ik heb sociale geografie, dus aardrijkskunde, gestudeerd in Utrecht. Met terugwerkende kracht denk ik - en zo hebben we recent ook een afgestudeerde geworven - dat het een ideale opleiding is, omdat je op een hele brede manier naar het landschap en naar mensen die in dat landschap actief zijn, leert kijken. En je leert waar je rekening mee moet houden, wat ze allemaal doen en willen en daar kun je dan heel goed op kunt schakelen. Ik ben geen specialist, maar een generalist. Maar het maakt wel dat ik over heel veel vakgebieden wat kan vinden of mee kan denken, en mijn specialisten die heb ik echt hard nodig om het dan in detail uit te zoeken.

Carlijn: Ja, nou misschien wel leuk bruggetje dan naar een vraag die we via LinkedIn kregen: Hoe ben je dan vanuit sociale geografie uiteindelijk in het vak omgevingsmanagement gerold?

Lummieke: Ja, nou, na sociale geografie werd je over het algemeen beleidsmedewerker ruimtelijke orde.

Carlijn: Ja, dat kan niemand zien, maar je kijkt erbij alsof je daar niet blij van zou worden.

Lummieke: Ja, ik dacht dát maar niet. En ik heb stage gelopen als leraar aardrijkskunde. Dat vond ik heel erg leuk. Ik dacht ook serieus: Nou, ik heb er een vooropleiding voor gedaan tijdens de studie. En toen, op de laatste dag, zei de docent: je komt hier nooit meer weg. Toen dacht ik: Oh nee, maar dat is niet bedoeling.

Carlijn: Ik zwem de fuik in...

Lummieke: Ja. Dus toen heb ik acuut besloten om het niet meer te doen en besloten om mijn studie nog even te verlengen en alsnog stage te gaan lopen bij de gemeente Almere. Daar werkte destijds een bekende van mij en dat is natuurlijk een ontzettend interessante gemeente in de zin van de ruimtelijke ordening. Dat is een compleet geplande stad. Dus ik dacht voor sociaal-geografisch is dat eigenlijk een hele interessante stad. Ik vond de communicatie heel leuk, dat zat ook in mijn afstudeerrichting "Geografie voor educatie" en ik had een huisgenootje die communicatie deed en toen dacht ik: Ik ga dat gewoon proberen. En op de eerste dag zei ze: wil je blijven en kun je communicatieadviseur worden?

Carlijn: En jij zei ja?

Lummieke: Ik zei ja. En toen waren we zestien jaar verder. Ja, dus ik heb daar allerlei communicatie opleidingen gedaan, maar altijd aan de fysieke kant gewerkt. En zo kwam ik uiteindelijk bij stadsbeheer en daar kwam ik Dura Vermeer tegen. Ik merkte dat ik wel wat uitgekeken was in de communicatie en wel weer behoefte had aan wat meer inhoud. En daar ben je als omgevingsmanager bij Dura Vermeer in ieder geval wel van.

Carlijn: Ja, volgens mij overal wel als het goed is. Hé, en als je dan zo terugkijkt: Je hebt nu aardig wat ervaring bij Dura Vermeer en bij de gemeente Almere. Ja, je was natuurlijk niet direct omgevingsmanager bij Almere, maar heb je een beetje gevoel bij het verschil van omgevingsmanagement aan opdrachtgever zijde en opdrachtnemer zijde?

Lummieke: Ja, dat heb ik nu natuurlijk ook gezien doordat ik onder andere met jou heb samenwerkt, toen jij aan opdrachtgeverskant zat. En nou, op alle projecten werkte ik in principe samen met een omgevingsmanager aan de opdrachtgeverskant. Bij de gemeente deden wij het als team en ik had daar echt een hele goede opleider, dat was mijn projectmanager en die had dat van nature in zich om met ons als groepje uitvoerders altijd een beetje te beschouwen: Wie zit daar? Wat speelt daar? Wat wist hij ook nog uit het verleden? Want hij werkte vanaf begin ongeveer aan de stad. Dus ik heb toen al wel dingen geleerd over monitoring, over hoe mensen tegen dingen aankijken, we dachten mee over de verkeersmaatregelen. Dus zo kwamen eigenlijk al die onderwerpen al aan de orde en dus neigde het er al wel eens naar, toen ik wat verder om me heen keek, van nou, misschien zou omgevingsmanagement wat zijn. Ik mocht toen wel eens bij ProRail een halve dag langs komen. Dat was behoorlijk juridisch en toen dacht ik: Oh, daar ben ik echt niet geschikt voor, dus dat moet ik dan niet doen. En toen kwam ik ook met Dura Vermeer in aanraking doordat zij de wegwerkzaamheden in Almere gingen doen. Ik ontdekte waar zíj allemaal van waren bij omgevingsmanagement. En inmiddels hebben we dat benoemd tot dertien domeinen waar we van zijn.

Carlijn: Zó...

Lummieke: Ja, dus dat is voor een generalist hartstikke leuk, overal een beetje. Ja, mijn vader en broer zijn ook techneuten dus die interesse en die combinatie, die maakt dat ik het echt heel erg leuk vind en dat ik mijn nieuwsgierigheid altijd kwijt kan.

Carlijn: Ja, leuk. Weet je wat een beetje mijn gevoel is: Aan opdrachtgeverszijde had ik altijd een hele grote organisatie achter me waar je heel erg mee moest afstemmen. Er was altijd grote vrees voor precedentwerking en dat was ook terecht en daar moet je ook rekening mee houden. En bij een aannemer heb je veel plattere organisatie, dus je kan veel makkelijker schakelen. Het gaat minder over de lange termijn, maar meer over ad-hoc, over vandaag en morgen. Herken jij dat beeld?

Lummieke: Nou, in ieder geval is dat zeker in het verleden zo geweest. Ik denk dat het een relatief jong vak is, omgevingsmanagement.

Carlijn: Ja, dat is het.

Lummieke: Zeker ook nog wat jonger aan de aannemers kant dan aan de opdrachtgeverskant. En volgens mij is het ook nog heel erg aan het veranderen op dit moment.

Carlijn: Welke veranderingen zie je allemaal?

Lummieke: Ik zie vooral de twee-fasen-contracten die nu op de markt zijn, dus waarbij wij al in een veel eerder stadium - ik heb daar ook een tender mee gedaan - samen gaan optrekken, gelijkwaardige partners zijn, dat er in eerste instantie ook wordt gekeken naar: Hoe gaan wij samenwerken? En pas daarna gaan we over de inhoud praten. Wat moet er eigenlijk gebeuren? Dat bepalen we ook samen en daarna wordt er samen een prijs bepaald en word je in de laatste fase gegund om het vervolgens uit te voeren. Dat is natuurlijk een hele andere manier van omgaan met dingen, waarbij je natuurlijk als omgevingsmanager aan de aannemers kant ook veel meer in aanraking komt met de rol die je aan opdrachtgeverskant hebt. En wat ik zelf bijvoorbeeld als belangrijk verschil zie - dat heb ik in verschillende projecten nu gezien - is het verwerven van percelen, dat is natuurlijk echt wel een ding.

Carlijn: Ja, ja.

Lummieke: En daar raak je mensen echt soms ook in hun hart. Of ja, als je als woning bijvoorbeeld of familiebedrijf of boerderij helemaal weg moet, ja, dat is echt wel andere koek. Dan heb ik als omgevingsmanager van de aannemer een hele makkelijke rol, dat heb ik bij herhaling ook gemerkt. Ja, wij komen op het moment dat we ja zeggen: Ik snap dat u het heel vervelend vindt, maar nu gaan we het toch uitvoeren.

Carlijn: Ja, dan is dat een beetje een fait accompli dat dat gaat gebeuren?

Lummieke: Dan hoef ik alleen nog maar te praten, of nou, alleen maar... Maar dan gaan we in gesprek: Hoe gaan we dit zo aangenaam mogelijk voor jullie doen? Hoe blijven jullie bereikbaar? Hoe blijft de overlast beperkt? Ik realiseer me heel goed, dat dat een veel prettigere rol is, want die zestien jaar bij de gemeente dat ik participatie avonden heb gedaan bij bestemmingsplan avonden, nou, daar hebben we alle hoeken en gaten wel gezien van hoe mensen zich kunnen gedragen. Dat vond ik ook best heftig.

Carlijn: Ja, dat is ook heftig. Ik zal nooit vergeten dat toen ik begin twintig was - toen werkte ik voor de A4 Delft-Schiedam - we een MER-studie hadden, dus een milieu- en effectrapportage en gezondheid was als bijlage toegevoegd. En toen sprak ik een meneer, die woonde vlakbij een een knooppunt waar drie stukken snelweg op aantakten. Nummer vier die gingen we maken. Zijn vrouw was overleden aan longkanker en toen zei hij: Gaat u me - terwijl ik echt net van school kwam - nou vertellen dat gezondheid, echt met zo'n flut projectje, wordt meegenomen? Dus onze gezondheid telt eigenlijk niet mee. En het was een hele waardige meneer en ik voelde mezelf helemaal klein worden. En dan was hij heel beleefd, maar dat kan wel behoorlijk heftig zijn zo'n planvorming procedure.

Lummieke: Ja, en dat is ook heftig. Het is heftig voor iedereen.

Carlijn: Ja.

Lummieke: Maar dat vind ik ook het bijzondere van werken bij de overheid: je beweegt wel het algemeen belang af tegen individuele belangen. En dat blijft altijd voor mensen die het betreft natuurlijk heel rot dat jouw privé belang moet wijken voor een algemeen belang.

Carlijn: Nou ja, wat dat betreft hebben wij natuurlijk samen ook al het één en ander meegemaakt.

Lummieke: Ja, van ieder project leer je wat. Wij hadden in dit project twee bruggen. We deden de ervaring bij de ene brug op en de mensen die daar op drie meter afstand van zaten die hebben echt héél erg veel last gehad en toch bleef het uitermate prettig omgaan met hen. Zij bleven ook zeggen dat het allemaal wel meeviel. En bij de volgende brug borduur je daar een beetje op voort en dan blijkt die omgeving daar heel erg anders in te zitten. Dat was een hele wijze les en eigenlijk weet ik dat wel, want ik heb een zus met een hele gevoelige neus. En als zij dingen ruikt, dan ruikt ze bijvoorbeeld ook heel veel lekkers wat ik niet ruik, maar ze ruikt ook dingen waar ze onpasselijk van wordt.

Carlijn: Dat je denkt: waar heb je het over?

Lummieke: Ja, waarvan ik denk: Nou, ik merk het niet. En dat was wel de eye-opener: Je kunt niet iets zeggen over hoe erg hinder is of niet, maar beschrijf het gewoon en mensen moeten daarna zelf beoordelen wat ze daarvan merken als in: erg of veel. Want dat is zo persoonlijk.

Carlijn: Ja, daar zijn we toen heel erg op gevallen ook. Er was iets gecommuniceerd van "sporadisch overlast" en wat voor de één sporadisch is, is voor de ander natuurlijk minder sporadisch. Maar dat geldt in z'n algemeenheid voor overlast. Wat jij heel vervelend vindt, daar kan de ander weer geen probleem mee hebben.

Lummieke: Er zijn natuurlijk ook mensen waarbij geluid heel erg binnenkomt in hun hoofd of in hun oren. Dus dat was gewoon een wijze les om er niet meer iets over te zeggen, maar gewoon te zeggen: er ontstaat overlast, geluidsoverlast, weet ik veel wat het is, maar hang daar geen woorden aan die iets van een waarde of een hoeveelheid zouden kunnen betekenen.

Carlijn: Ja, die interpretabel zouden kunnen zijn.

Lummieke: Ja.

Carlijn: Ja, zoveel mogelijk bij de feiten blijven. Dat is wel een goede, die hebben we denk ik alle twee "the hard way" geleerd.

Lummieke: Ja, zeker.

Carlijn: Hé, en als we nou kijken naar wat we leren binnen omgevingsmanagement of binnen ons vak, wat vind jij dan een belangrijke competentie voor een goede omgevingsmanager? Of competenties.

Lummieke: Ja, wel verschillende competenties. Nou, wat ik zelf vind, is dat je wel interesse moet hebben in mensen, want je gaat er heel veel tegenkomen in allerlei soorten en maten en met heel veel verschillende belangen. En ik merk wel dat het enorm helpt als je je ook realiseert dat achter ieder adres of iedere beller ook een mens zit en heel vaak blijkt daar - als ze op een bepaalde manier bijvoorbeeld wat onaangenamer zijn - een verhaal achter te zitten.

Carlijn: Ja.

Lummieke: En heel vaak helpt het als je daar eens even naar luistert, want dan zijn ze dat kwijt, dan weet je daarvan. Soms kun je er ook nog iets mee en soms is het ook gewoon: Nou, dan hebben we dat uitgesproken naar elkaar, of ik weet er nu van, maar dan gaan we nu verder en gaan we bespreken hoe we het aan gaan pakken gedurende de werkzaamheden.

Carlijn: Dus als ik dat mag samenvatten dan vind je het belangrijk dat iemand goed kan luisteren en interesse heeft.

Lummieke: Ja, dat je het leuk vindt om met mensen om te gaan en ook wel een nieuwsgierigheid hebt. Ja, want er komen iedere keer nieuwe mensen op je af en er komen iedere keer mensen uit gaten en hoeken waar je het niet van verwacht had, en dat je dan denkt: Oh interessant, ja, dat gaan we dan toch eens even horen. En zelf - dat merk ik ook - blijf ik ook geograaf en ben ik ook altijd benieuwd naar nieuwe plekken.

Carlijn: Dat is toch ook leuk! En als ik kijk naar het verschil tussen opdrachtgever en opdrachtnemer dan vind ik dat ook een mooie om aan te stippen: Bij een opdrachtgever zit je voor mijn gevoel toch echt meer op afstand, terwijl je bij een opdrachtnemer in de keet zit en dan kan je heel makkelijk gewoon even langsrijden bij de mensen. En dat maakt het contact wel wat laagdrempeliger voor mijn gevoel.

Lummieke: Ja, dan moet ik wel zeggen dat ik natuurlijk een vergelijking heb van het werken bij een gemeente.

Carlijn: Ja, een gemeente staat wel echt weer wat dichter bij de mensen dan een provincie of een Rijkswaterstaat voor mijn gevoel.

Lummieke: En ook daar was het geen gewoonte om heel veel naar buiten te gaan. Maar ook daar vond ik het gewoon ook heel leuk om bij die mannen buiten te kijken. De toezichthouder van de gemeente, maar ook de mensen van toen Dura Vermeer waar we mee samenwerkten. Ik dacht ook wel: Ja, waar heb ik het eigenlijk over? Als mensen bellen of ik stuur een briefje over "dit en dat" en ik heb geen idee over wat daar dan eigenlijk buiten gebeurt. Dus ik fietste wel met enige regelmaat vanuit het stadhuis even naar de locatie waar ze dan aan het werk waren en ging dan, al dan niet met de toezichthouder, ook even buiten rond van: Wat gebeurt hier eigenlijk? En we hadden met de aannemer overleg één keer in de week in de keet op de plek waar zij bezig waren. Ja, dat heeft mij ook enorm veel geleerd van: Wat zien die mensen eigenlijk waar wij het over hebben, als in "de omgeving"?

Carlijn: Dat is trouwens ook belangrijk voor omgevingsmanagers, dat je niet blijft zitten waar je zit, maar dat je echt precies weet waar het over gaat, dat je buiten bent, dat je rondloopt.

Lummieke: Ja, en dat vind ik best een uitdaging om in de waan van de dag - omdat je allerlei rapporten moet invullen, memos moet aanleveren en zo - dat dan toch jezelf te gunnen, ook omdat dat gewoon je kwaliteit oplevert om naar buiten te gaan en buiten te gaan kijken. Dat blijft wel een uitdaging, maar eigenlijk is het een must en het stomme is: Ik vind het ook nog verreweg het leukste.

Carlijn: Ja, dat is überhaupt volgens mij waarom je in de bouw werkt, omdat je het gewoon tof vindt. Maar het is inderdaad wel zo, in de waan van de dag dan gaat dat wel eens verloren.

Lummieke: Het klinkt een beetje als de verpleging die het zo zat is met die administratie en politieagenten. Ja, ik kan me zó goed voorstellen dat zij dat hebben en dan hebben wij een heel ander beroep in die zin. Maar ja, dat is wel waar het om draait: Weet wat er buiten gebeurt en weet wat die bewoners allemaal zien en horen. Niets zo vervelend dat bewoners bellen en dat je denkt: Ik heb geen idee...

Carlijn: Ja, waar gaat het over? Ja, dan zeg ik altijd: ik kom nu eventjes langs of anders morgen. Hé en wat ik ook nog interessant vind, je hebt vanuit Dura Vermeer echt in verschillende plekken van het land gewerkt, dus volgens mij heb je ergens in Drenthe gezeten?

Lummieke: Overijssel, ja.

Carlijn: Overijssel. Ja, en Noord-Holland dan. Merk jij dan ook cultuurverschillen als je met bewoners spreekt of met overheden?

Lummieke: Ja, aan de ene kant wel en aan de andere kant denk ik ook weer: Het zijn weer de mensen achter het betreffende adres. Ik zat in de omgeving van Zwolle, in de richting van Ommen maar ook in de richting van de grens met Drenthe en dat is ook een beetje de regio waar mijn ouders vandaan komen. Ik was absoluut in het voordeel dat ik aanvoelde dat daar de dingen waren zoals dat ook met mijn ouders thuis ging. Dus ja, niet alles werd gezegd en een bepaalde manier van "joh" of "ja", dat was een groot verschil als in: De ene betekende eigenlijk nee en de andere betekende oprecht ja. Maar ik kwam ook zat mensen tegen, ook tijdens de inloopavonden, die waren allemaal recent verhuisd vanuit het midden of het westen van het land naar die omgeving. En voor mij was de Noord-Hollandse nuchterheid en directheid relatief nieuw. Maar ik vond wel heel prettig. Het was wel heel duidelijk.

Carlijn: Ja, je weet wel waar je aan toe bent, ja.

Lummieke: En daarom blijf ik er wel een beetje bij dat ik denk: Ja, je moet iedere keer gewoon even kennis maken met die specifieke mens en merken hoe die erin zit en ook wat die niet zegt, maar misschien wel tussen de regels door uitdrukt. En dat je daarmee goed weet wat je met die betreffende stakeholder kan of moet.

Carlijn: Ja. Ik zie eigenlijk dat we alweer aan het einde van de tijd zijn.

Lummieke: Jeetje...

Carlijn: Ja, dat vliegt voor mij. Ik denk dat we echt heel lang zouden kunnen praten. Heb je nog een uitsmijter voor collega omgevingsmanagers om ze te inspireren?

Lummieke: Nou, wat we ook bij Dura Vermeer wel als uitdaging zien, is de nieuwe omgevingswet. En waar we nu recent ervaring mee op hebben gedaan met de Uithoornlijn - en dat was echt heel erg leuk - is om ook een soort participatietraject te organiseren rondom de groene aankleding van deze nieuwe tramlijn. En dat was heel leuk om allerlei mensen uit de buurt te spreken nu vooraf aan de werkzaamheden over een onderwerp waar hun hart lag en wat niet meteen ging over "die stomme tramlijn" en "we zijn tegen" enzovoorts, maar meteen: Hoe gaan we dit mooier en aantrekkelijker maken? Dat was heel leuk en ik denk dat wij daar ook als opdrachtgever en opdrachtnemer samen heel veel meer mee kunnen de komende jaren.

Carlijn: Leuk, ja, dus meer gezamenlijke participatie OG/ON.

Lummieke: Nou, ik denk dat we daar heel veel winst van kunnen hebben, omdat we ook kennis dan inbrengen als opdrachtnemer, die je heel goed zou kunnen gebruiken al in het traject aan de voorkant van de uitvoering. Ja.

Carlijn: Nou ja, ik vind hem schitterend als uitsmijter. Ik wil je heel graag bedanken voor je tijd en ja, iedereen bedankt voor het luisteren.