Hoe zorg je ervoor dat het verkeer blijft doorrijden als er gewerkt wordt? Wat zijn de tools die je kan inzetten vanuit verkeersmanagement en welke middelen komen er in de toekomst nog meer tot onze beschikking? Angelo van Turenhout (MapTM) vertelt in deze aflevering hoe je met verkeersmanagement de weggebruikers gericht en specifiek kan informeren, zodat de overlast op het gebied van doorstroming beperkt blijft.
Transcript aflevering:
Carlijn: Welkom bij een nieuwe aflevering van Omgevingsmanagement, de podcast. Mijn naam is Carlijn Bergshoeff en mijn gast van vandaag is Angelo Van Turenhout. Welkom, Angelo!
Angelo: Dankjewel.
Carlijn: Wil je wat meer vertellen over jezelf?
Angelo: Ik ben Angelo van Turenhout en ben ruim twintig jaar werkzaam in verkeersmanagement, in verkeersland, en ik heb altijd de vrijheid gekregen om leuke dingen erbij te doen, of zelfs verkeersmanagement leuk te maken. Zo heb ik het zelf altijd ervaren. Vandaar dat ik ook alle creativiteit erin kan gooien en dat is niet wat je verwacht van verkeersmanagement.
Carlijn: Wacht even, niet iedereen zal weten wat verkeersmanagement is. Kan je daar wat meer over vertellen?
Angelo: De traditionele kijk op verkeersmanagement is dat je probeert het verkeer rijdende te houden terwijl er gewerkt wordt, of dat je inderdaad probeert de zaken bereikbaar te houden. Dus dan moeten ze misschien wat omrijden maar dan kunnen ze nog steeds overal komen waar ze naartoe zouden willen. Daar kun je in managen. Dat heet verkeersmanagement.
Carlijn: Ja, want we hadden het in de voorbereiding van het gesprek daarover, en toen zei je van: Goh, met goed verkeersmanagement kun je de omgeving gericht en specifiek voeden met informatie.
Angelo: Ja, je kunt door gericht en specifiek informatie te versturen, mensen bewegen andere routes te rijden en beter geïnformeerd op weg laten gaan. Er is niets zo vervelend - wat je uit omgevingsmanagement weet - als dat mensen niet geïnformeerd zijn over wat er voor hun deur staat.
Carlijn: Ja, onverwachte hinder.
Angelo: Onverwachte hinder is de meest irritante die je kunt verzinnen.
Carlijn: Ja, dat klopt, ja.
Angelo: Ja, maar we zijn altijd geneigd van: Joh, we pakken een krant of we doen een advertentie hier, of we doen een advertentie daar, en dan weet iedereen het. Maar zo werkt het niet, want niet iedereen heeft een krant, niet iedereen leest de borden, niet iedereen leest het sufferdje of het briefje wat in de bus valt, dat soort dingen. Dus je bent op zoek naar steeds meer manieren om mensen te bereiken en nog steeds op een persoonlijke manier, want los van dat je het brengt in een boodschap, moet het je ook aanspreken en moet je ervoor bereid zijn iets te veranderen in je dagelijkse gang van zaken.
Carlijn: En als je nou zegt: Ik ben creatief. Wat is dan een creatieve manier, behalve de gangbare manier die je net noemde, om mensen te bereiken?
Angelo: Ja, ik noem dat nu al weer achterhaald, natuurlijk, omdat ik met andere dingen bezig ben. Maar tien jaar geleden zijn wij begonnen met social traffic management en daarvoor gebruiken we social media om mensen vooraf mee te nemen in wat er gaat gebeuren op hun route. Dat kun je doen door middel van geofencing. Je kunt als het ware een cirkeltje op een kaart trekken, fictief, maar al die mensen die zich in dat gebied begeven en met social media dagelijks aan de gang zijn, die krijgen een berichtje. Daarin vertellen wij wat wij gaan doen de komende periode. Nou, inmiddels is dat algemeen goed, wordt dat door opdrachtgevers uitgevraagd en zie je dat steeds meer mensen ook vertrouwd raken met social media. Waar we vooral op focussen, is de verdiepingsslag, dus dat de boodschap - waar ik het net over had - je aan moet aanspreken, daar moet je wat mee voelen. We hebben gemerkt dat bijvoorbeeld plaatjes en vooral bewegende beelden veel meer effect behalen om je boodschap over te brengen dan een lap tekst.
Carlijn: Is dat omdat mensen weinig tijd hebben of omdat ze visueel ingesteld zijn?
Angelo: Vooral dat laatste. Mensen zijn visueel ingesteld en het hele medium social media is gericht op heel kort en bondig. Dus het is inderdaad een drie, vier seconden dat mensen hun aandacht hebben bij een bericht. Dus je moet daar ook op inspelen.
Carlijn: En stel nou, je hebt een afsluiting, hoe doe je dat dan?
Angelo: Vaak maken wij een animatie van het gedeelte dat wordt afgesloten, of we laten juist zien wat voor werkzaamheden gaan plaatsvinden. We hebben hier bij Leiden laten zien dat er bij nachtelijke stops portalen over de Rijksweg heen werden gehesen. Nou, daar hebben we videoboodschappen van gemaakt en die hebben we ook teruggebracht naar een paar seconden, zodat mensen in een heel kort tijdsbestek kunnen zien van: Joh, ze zijn daar bezig. Ja, nu begrijp ik waarom je daar even stilstond. Dus dat soort dingen helpen. En we gaan nu zelfs weer een stapje verder, omdat wij denken: Hoe gerichter je je boodschap maakt, nog meer specifiek op een doelgroep, hoe beter je ook informatie kunt geven aan hen. We hebben in Groningen een soort webcare ondersteund. Dus we hebben social media ingezet om mensen in te lichten over wat er gaat gebeuren, maar daar gaven we ook de ruimte dat mensen vragen konden stellen of dat ze konden reageren. En dan hebben we in een weekend iets van 7000 vragen gehad, want blijkbaar is dan toch nog niet alles duidelijk. Dus je bent heel goed aan het zenden, maar dan zie je toch dat er nog wat vragen zijn. En die vragen zijn dan vaak specifiek.
Carlijn: Dus het is niet zo dat mensen dan niet goed hebben gelezen of zo?
Angelo: Nou, het is voor hun specifieke situatie niet duidelijk. In Groningen was het de bedoeling dat er zoveel mogelijk mensen een ander type vervoer zouden nemen en dat was ook de boodschap. Dat is heel goed, maar er zaten twee ziekenhuizen in het gebied. En ja, mensen kwamen vanuit de regio naar dat ziekenhuis en wij kregen specifieke vragen over: Ja, maar hoe kom ik dan bij dat ziekenhuis? En als wij dan aan hun voorstelden: Ga met een trein of met een bus, dan kregen we vaak de reactie: Ja, maar ik ben ziek en ik kan niet zomaar even met openbaar vervoer en even met de trein. Dat is voor mij een enorme opgave. Sommigen hadden zelfs speciaal vervoer. Dus je ziet dat op het moment dat je ook die terugkoppeling direct terugkrijgt, je daar weer op kunt anticiperen. Je kunt specifiek voor die groep bijvoorbeeld aangeven: Nou zo en zo kunt u rijden om alsnog bij het ziekenhuis te komen. Dus je past je boodschap aan aan de doelgroep.
Carlijn: Ik kan me voorstellen dat je daar dan ook de communicatiekanalen van het ziekenhuis nog in gebruikt.
Angelo: Als die zelf inderdaad ook media gebruiken, kun je die daar ook voor inzetten. Ja, dat noemen ze dan narrowcasting, het feit dat ze binnen hun gebied of binnen hun gebouw vaak ook al dingen vertellen. De mensen komen daar vaak voor herhaalafspraken. Dan worden ze ook al van tevoren ingelicht. Dat soort zaken kun je inzetten.
Carlijn: Ja, want ik heb het idee dat, om effectief te zijn, het ook goed is als je aansluit bij bestaande kanalen die er al zijn, die vertrouwd zijn voor de mensen.
Angelo: Dat klopt, ja. Ja, dat is het meest effectief. Waarom moet je het wiel gaan uitvinden als het al rijdt?
Carlijn: Het liefst niet toch? Ik heb wel eens gehoord dat de meest luie mensen, dat dat ICT'ers zijn, want die willen alles zoveel mogelijk automatiseren en dat daar heel veel vooruitgang aan te wijten is, aan luie mensen.
Angelo: Ja, ik zie mezelf niet als lui, maar...
Carlijn: Oh, dat impliceerde ik absoluut niet, haha.
Angelo: Haha. Nee, maar ik heb wel altijd het idee dat dingen makkelijker of beter kunnen dan wat dat de huidige situatie is. Ik ben altijd op zoek naar: Wat kan er nou beter? Hoe kunnen we beter belangen afwegen, hoe kunnen we beter communiceren, hoe kunnen we beter in de omgeving dingen kwijt? En dan kan ICT daar een rol in spelen.
Carlijn: Ja.
Angelo: Dat hoeft niet.
Carlijn: Want smart mobility, dat is natuurlijk helemaal van deze tijd.
Angelo: Ja, smart mobility. En jij doelt dan op...
Carlijn: Nou, je had het net even over geofencing, maar wat ik bijvoorbeeld ook in projecten heb gebruikt, is dan bijvoorbeeld Google Maps, daar aanpassingen doorvoeren. Of notificaties via Waze en Flitsmeister, dat mensen in een bepaald window voordat een werk start, een melding krijgen van: Dan en dan is er werk en kijk op onze website voor meer informatie.
Angelo: Ja, ja, dat zetten we ook vaak in op die manier. En ja, smart mobility, ik ga daar dan nog een stap verder in...
Carlijn: Smarter.
Angelo: ..., maar dat komt omdat we ook bezig zijn dat die wegkant systemen, een verkeerslicht of een matrixbord, zelf zouden kunnen communiceren met een voertuig uiteindelijk. Dan hebben we het inderdaad helemaal over smart mobility.
Carlijn: Dat is echt de toekomst.
Angelo: Dat is ook waar we mee bezig zijn en waar we ook druk mee zijn. Maar dan zit je weer op een innovatieve kant van je verkeersmanagement en dan gericht op ICT. Maar heel veel vergeten dat er vaak aan de basis toch invoerwerkzaamheden staan, dat werkzaamheden moeten worden gemeld. Ja, dat werkzaamheden op een bepaalde manier worden uitgevoerd. Dat is allemaal nog niet in kannen en kruiken.
Carlijn: Zit daar nog een soort van witte vlek vaak?
Angelo: Mensen denken vaak: Ik heb een tooltje, ik heb een applicatie of ik heb een stukje ICT en alles is opgelost en iedereen weet alles en er is in één keer data - wonderlijk - maar dat is dus niet zo. En je hebt dan echt wel input nodig vaak.
Carlijn: En daarom zit jij ook in een team van omgevingsmanagement.
Angelo: Ja, waar dat traditioneel vaak, voorheen, bij aannemers aan de technische kant zat vanuit technisch management, zie je nu dat het beter aansluit om in het omgevingsmanagement deel te nemen, omdat het gaat over hinder. En het leuke is: De socia media die hoef je niet alleen voor verkeersmanagement in te zetten, die kun je ook voor, nou ja, mogelijk geluidsoverlast of trillingen of dat soort zaken, gewoon via zo'n platform verspreiden. En ook daarvoor geldt weer: Hoe doelgerichter en hoe meer je op je doelgroep focust, des te beter dat dat gaat.
Carlijn: Want, je hebt het over doelgroepen en bij doelgroepen dan denk ik aan weggebruikers, aan fietsers, aan wandelaars en aan omwonenden, maar dat is een aanname van mijn kant. Is dat ook waar jij aan denkt bij doelgroepen?
Angelo: Ik ga zelfs nog een stukje verder, want ik ben er ook zelf van overtuigd van: Voordat jij een keuze hebt gemaakt met welk middel je gaat vervoeren, zijn er vaak heel veel sociale afwegingen geweest. Moet ik de kinderen nog naar school brengen? Ga ik nog sporten? Hoeveel afspraken heb ik vandaag? En dat is vaak bepalender voor het type transport wat je kiest ten opzichte van: Nou ja, ik heb de keuze tussen auto of trein. Er zitten wat meer dingen in en uiteindelijk komt het er misschien zelfs op neer wat iemands drijfveer is. Dus waar kom je voor uit bed? Waar ben je voor te porren? Als jij voor de deur een hele grote auto hebt staan en je zit lekker in je leer en je heb je airco aan en je hebt je eigen muziekje, ja, ik kan me ook iets voorstellen dat die mensen niet zo geneigd zijn om even ander gedrag te tonen. Maar ja, toch zijn we ook wel op zoek om dat soort mensen ook te bereiken, maar dan wordt de boodschap ook anders. Je moet ze op een andere manier een incentive geven om hun gedrag mogelijk te wijzen.
Carlijn: En wat voor incentives heb je dan om te geven?
Angelo: Dat is even afhankelijk van wat er binnen infra aan budget is of wat voor mogelijkheden je hebt. Maar misschien is dat ook wel gelijk een duidelijk beeld van: Heb niet de illusie dat je iedereen in zijn gedrag gaat veranderen. Een stelregel van een professor uit Delft was: Als ik maar één procent van de deelnemers die op de weg zitten zijn gedrag zou kunnen laten veranderen, dan levert dat vijf tot zes procent minder congestie op, minder file op. Dus als ik maar één procent van die mensen zou bereiken en die kan ik raken met een boodschap, zodat ze wat anders gaan doen, dan is dat ook het effect.
Carlijn: Heeft corona in die zin niet ook nog voor heel veel inzichten gezorgd op het gebied van verkeersmanagement, omdat de verkeersstromen toen heel anders gingen lopen?
Angelo: Klopt, ja, ja. En toen dachten er heel veel ook van: Joh, het wordt nooit meer zoals vroeger. Maar het grappig is - ja, misschien niet zo grappig - dat we inmiddels alweer op dezelfde aantallen zitten die rondrijden als voor corona. Dus of we er wat van geleerd hebben... Ik kan me ook voorstellen dat mensen openbaar vervoer ook anders zijn gaan zien vanwege corona, omdat je dus in een grote groep continu bij elkaar zit. Dus ja, elk voordeel heeft zo zijn nadeel.
Carlijn: Maar heb je ervaringen opgedaan tijdens de corona tijd - ik bedoel een les eigenlijk ook in die zin - die je nu nog in je projecten gebruikt?
Angelo: Dat het vooral makkelijker is om digitaal met mensen contact te leggen en dat gebruiken we ook. We gebruiken veel meer digitale media om ook een horend oor te zijn voor mensen die met hun vraag of klacht iets over infra kwijt willen.
Carlijn: Zoals die webcare eigenlijk waar je net over vertelde?
Angelo: Ja.
Carlijn: Ja, een mooi voorbeeld. Ja, hé, ik zit eigenlijk even naar de tijd te kijken, die vliegt voorbij. Heb jij nog tips die je wil meegeven aan collega omgevingsmanagers?
Angelo: Ja, wat mij vooral heel erg intrigeert, is dat de reclame wereld, de marketeers, die zijn als geen ander gericht om menselijke psychologie te gebruiken, om gedragsveranderingen te doen, om te doen kopen, dat soort zaken. Die technieken die daarin gebruikt worden, die kun je ook prima inzetten in je omgevingsmanagement en in je communicatie rondom je infra.
Carlijn: Kan je een concreet voorbeeld geven?
Angelo: Het social media en hoe de betaling en de structuur werkt en hoe de social media werkt an sich. Hoe je je campagnes inzet. Je gaf net al aan van: Joh, misschien Google Ads om ze onderweg al een bericht mee te geven. Dat is eigenlijk een marketing oplossing en daar zijn nog veel meer stapjes in te halen op het moment dat je op die manier ook naar je communicatie en naar je omgeving gaat kijken.
Carlijn: Ik denk ook eigenlijk sowieso wel dat dat helpt in het volwassen laten worden van het vak omgevingsmanagement "quote en quote", dat we wat meer gaan aansluiten bij wetenschappelijke inzichten van bestaande onderzoeksgebieden en dat we daar de aansluiting bij zoeken. Nu is het vaak nog heel soft voor mijn gevoel en ik denk inderdaad dat er echt nogal wat winst bij te behalen valt als het meer ingebed wordt.
Angelo: Ik ben aangesteld als innovatie manager, maar wat ik vooral zie is inderdaad: Er is nog zoveel te winnen door alleen maar buiten je vakgebied te kijken naar andere vakgebieden waar dezelfde problematiek speelt of dezelfde methodieken worden ingezet. Ja, pas het aan naar wat je nodig hebt en je hebt eigenlijk iets innovatiefs. Buiten je eigen markt kijken is soms al innovatief genoeg.
Carlijn: Nou, misschien maken we daar dan gelijk vandaag op deze manier een mooie aanzet mee door en kijkje in jouw vakgebied te nemen, wat wel onderdeel is van de omgevingsmanagement, maar wat denk ik toch ook wel weer een ver-van-mijn-bed-show is voor veel omgevingsmanagers, omdat je verkeersmanagement inhuurt als onderdeel.
Angelo: Ja. Het wordt vaak gezien als cijfertjes. Hoeveel voertuigen gaan linksom of rechtsom en waar blijven ze? Hoe stuur ik ze? Maar er is nog veel meer.
Carlijn: En dat zijn nou niet onderzoeken waar ik heel veel energie van krijg per se, maar als je dat goed doet, dan geloof ik wel echt dat je vooral in je publiekscommunicatie heel veel winst kan boeken.
Angelo: Ja, zeker.
Carlijn: Angelo, ik wil je heel graag bedanken voor je tijd en voor je uitleg en je toelichtingen hoe dat allemaal werkt. Hartstikke leuk om te horen. Dankjewel.
Angelo: Graag gedaan.
Carlijn: Nou ja, en mocht je het leuk vinden om meer te leren over omgevingsmanagement: Op 15 november geef ik de eerstvolgende cursus in Haarzuilens. Vind je het leuk om daar meer over te leren en te lezen, kijk dan op www.onbeperktomgevingsmanagement.nl. Bedankt voor het luisteren!