Mijn eigen verhaal als omgevingsmanager

Best practices in omgevingsmanagement

In deze aflevering stapt Carlijn Bergshoeff uit de comfortabele rol van interviewer en vertelt ze meer over haar loopbaan als omgevingsmanager: hoe is deze gestart en welke best practices is ze de afgelopen 12 jaar tegengekomen? In deze aflevering vertelt Carlijn over projecten bij Rijkswaterstaat, het hoogheemraadschap van Rijnland, de provincie Noord-Holland en bij Comol5.

Transcript aflevering

Carlijn: Welkom bij een nieuwe aflevering van Omgevingsmanagement, de podcast. Mijn naam is Carlijn Bergshoeff en vandaag vind ik het leuk om jullie meer te vertellen over mijn start als omgevingsmanager en wat mij de afgelopen twaalf jaar geïnspireerd heeft in dit vak. Nou, normaal interview ik altijd andere omgevingsmanagers, dus dit is wel eventjes wennen om nu zelf de boel helemaal vol te praten. Maar ik vind het leuk om jullie mee te nemen, eerst naar de start van mijn carrière, want omgevingsmanager, ja, dat is niet iets waarvan je bedenkt op de basisschool of op de middelbare school van: Goh, dat is wat ik ga doen met mijn leven. Dus het verhaal hoe iemand in het vak is gerold vind ik zelf altijd wel heel interessant. En ja, in mijn eigen geval zat daar eigenlijk niet echt een heel goed doordacht strategisch plan achter. Ik was afgestudeerd en ik werkte bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat en ik deed daar ook bedrijfshockey. Ik stond in de aanval naast Aernout van der Bent en na een paar wedstrijden spelen - ik heb geen idee waarom, echt, tot de dag van vandaag weet ik het nog steeds niet - zei Aernout een keertje na de wedstrijd: Ik zie in jou een omgevingsmanager. Dus ja, dat vond ik een mooi compliment, dacht ik. En toen ben ik op gesprek geweest bij Aernout bij de Boompjes in Rotterdam en toen heeft hij een uur lang meer verteld over wat het werk van een omgevingsmanager inhield. Nou, en eigenlijk mocht ik daarna starten met het vak. Nou ja, we zijn nu twaalf jaar verder en ik denk dat ik kan zeggen dat Arnoud dat echt haarfijn heeft het aangevoeld, want ja, ik voel me als een vis in het water.

Carlijn: Het eerste project waar ik toen startte was de A4 Delft-Schiedam, dus de aanleg van het laatste ontbrekende stukje A4. En ik merk dat ik nog heel vaak in mijn ervaring teruggrijp op dat project en wat ik toen heb gezien en gedaan. Één van de mensen waar ik toen mee samenwerkte was Hans Van Zijst. Nou, ik denk dat bijna alle omgevingsmanagers in Nederland Hans wel kennen. Ik ben eigenlijk begonnen als onder andere zijn waterdrager, als omgevingsmanager. Dus ik ging met hem mee naar overleggen en het begon heel simpel, gewoon verslagen maken van gesprekken die hij voerde, maar daardoor kon ik wel vanaf de eerste rang zien hoe hij het aanpakte. En Hans, die heeft natuurlijk samen met Marc Wesselink in mijn ogen in Nederland aan de wieg gestaan van de introductie van het strategisch omgevingsmanagement. Dat is wat mij betreft de basis van het werk van een omgevingsmanager. Dus strategisch omgevingsmanagement is eigenlijk gebaseerd op de "mutual gains approach". Wat wil dat zeggen? Nou ja, dat je verder kijkt dan de standpunten die de mensen hebben, dus ook naar de belangen die daar onderaan ten grondslag liggen. Dus, zoals dat dan bij de A4 Delft-Schiedam ging: De gemeente Schiedam was tegen de komst van de weg. "Wij willen het niet, we zijn tegen". Nou ja, dan is het gesprek natuurlijk snel klaar. Maar dat gesprek is toen een slag dieper gevoerd. Dus: Oké, waarom ben je tegen? Nou, Schiedam was voor een goede leefkwaliteit van haar inwoners. Dat is begrijpelijk. Dus de gemeenteraad die zei: Als de weg er komt, dan willen we hem niet zien, niet horen en niet ruiken. Nou, hoe is dat opgelost in dit project? Er is gekeken van: Hoe kunnen we toch ons eigen doel realiseren, dus de aanleg van een weg, maar daarbij wel tegemoet komen aan de belangen van de gemeente? Dus er is een weg aangelegd met een landtunnel daaroverheen en uiteindelijk is daar zelfs een pakketoplossing van gemaakt, zodat ook de gemeente Schiedam er wat bij te winnen had als dit project door zou gaan. Dus daar is best wel fors in geïnvesteerd, ook onder andere in een tunnel en in het tunneldak. Daarboven is een sportpark aangelegd en sportverenigingen zijn ook verplaatst naar dat tunneldak, waardoor er weer ruimte is gekomen, volgens mij voor woningbouwontwikkeling. Ik vind dat een heel mooi voorbeeld van hoe je verder gaat van standpunten naar belangen en dan toch oplossingen kan creëren waar andere partijen ook beter van worden, ook als ze in eerste instantie tegenstander zijn.

Carlijn: Nou, de basis van het strategisch omgevingsmanagement is in mijn ogen eigenlijk een vorm van risicomanagement. Dus je kijkt: waar sta ik nu met mijn project? Wat is mijn doel? Waar wil ik naartoe en welke issues kunnen er oppoppen onderweg naar dat doel toe? Dat zijn je issues. Nou, dan ga je vervolgens die issues verder ontleden en dan ga je kijken van: Welke stakeholders horen daar eigenlijk bij? En dat zijn de stakeholders waar je je omgevingsmanagement op baseert. Dus je kijkt niet naar degene met de grootste bek. Nee, je kijkt echt naar: Wie heb ik nodig om mijn eigen doel te behalen? Nou, dat is, heel kort, de strategie achter het strategisch omgevingsmanagement.

Carlijn: Daarnaast is er ook een stukje houding en gedrag. Dus hoe zit je in een gesprek? De valkuil die je vaak hebt als je wat wil regelen, is dat je het gaat regelen en dat je dus in gesprek met mensen wel luistert naar wat ze zeggen, maar ook kijkt van: Goh, hoe kan ik snel mijn punt maken en over de bühne krijgen wat ik kom vertellen? Nou, binnen het strategisch omgevingsmanagement ga je actief luisteren. Ik vind het mooi om daarbij de parallel te trekken naar hoe ik zelf naar muziek luister, want in eerste instantie komen liedjes voorbij, en nou, die vind je dan leuk en die neurie je dan een beetje mee. Maar als je op een gegeven moment een liedje interessant vindt, of althans ik, dan ga ik wat meer kijken naar de songteksten, dus: Wat zingt iemand nou eigenlijk? Wat wil die daar eigenlijk mee zeggen? Best wel veel liedjes zijn metaforisch en dan leer je ook het verhaal achter het liedje. En op het moment dat je weet wat het verhaal achter het liedje is en wat de tekst precies is - en als je het ook opzet, op een moment dat je echt een bui hebt die bij dat liedje past - dan komt muziek zoveel meer binnen dan als je gewoon maar een beetje gedachteloos mee zit te neuriën. Nou, zo werkt het eigenlijk ook in gesprekken met stakeholders. Dus ja, soms word je gebeld en dan denk je: Jeetje mina, daar heb je er weer eentje... Geluidsoverlast. Maar ga je echt zitten, ga je naar mensen toe, ga je luisteren naar hun verhaal, dan komt het wel echt heel anders binnen dan als je gewoon even een anonieme melding van de volgende "zeikerd" beantwoordt via je mail. Dus dat vind ik heel erg belangrijk qua houding en gedrag in een omgevingsmanager. Probeer je echt in iemand te verdiepen, probeer te doen alsof dit over jou gaat. Hoe zou jij je dan voelen?

Carlijn: Nou, na een paar jaar Rijkswaterstaat heb ik een sprong in het diepe gemaakt. Ik ben voor mezelf begonnen. De gedachte was eigenlijk het volgende: Binnen het rijk kan je superveel doen en ik wilde de beste omgevingsmanager worden die ik voor mezelf zou kunnen worden. Alleen binnen het rijk heb je natuurlijk een beperkt aantal type projecten en je staat altijd op een bepaalde afstand van omwonende. En ik dacht: Als ik nou zelfstandige word, dan kan ik vanuit verschillende typen projecten - dus heb ik gewoon meer breedte - maar ook vanaf verschillende lagen aan de slag. Ik verwachtte dat dat mijn ontwikkeling als omgevingsmanager wel ten goede zou komen. Nou, dat heb ik geweten. Ik vond het echt heel spannend om zelfstandige te worden. Ik weet nog mijn eerste opdracht, dat was het Hoogheemraadschap van Rijnland. Ik zat in de trein naar mijn eerste werkdag en ik was misselijk van de zenuwen. Ik dacht echt dat ik ging kotsen in de trein. Nou ja, dat zijn wel hele belangrijke momenten voor mij merk ik, want op het moment dat je een bepaalde ervaring hebt, je weet wat je kan, maar als je toch ergens spanning voor voelt, dan houdt dat je scherp. Dat zijn de momenten, volgens mij, dat je ook gewoon het meeste leert. Dus ik heb altijd in mijn projecten gezocht naar een element dat nieuw was, iets of iemand waarvan ik - of waarover ik - veel meer zou kunnen leren, waardoor ik ook zou kunnen groeien als omgevingsmanager. Ja, en dat zou ik eigenlijk ook altijd andere mensen willen aanraden. Dus probeer niet te veel in je comfortzone te zitten, maar blijf jezelf uitdagen, want als je jezelf uitdaagt en als je denkt "Jeetje mina, hoe ga ik dit regelen?", dan zijn dat uiteindelijk de momenten dat je het meeste leert en dat vind ik tof.

Carlijn: Nou, mijn eerste opdracht was dus bij het Hoogheemraadschap van Rijnland en ja, dat was inderdaad heel anders. Ik vond dat heel mooi, want voor mijn gevoel stond ik daar veel dichter bij de mensen dan vanuit het rijk. En ook je "frame of reference" is anders, want bij Rijkswaterstaat is de kaart met het hoofdwegennet je wereld. Dat is je blik op de wereld. Bij Rijnland was het de indeling van de polders, dus de polders waren leidend. En dat is zo'n andere manier van naar de wereld kijken, dus dat vond ik echt heel interessant. Wat ik daar ook voor het eerst heb meegemaakt is dat we niet met een oplossing kwamen en zeiden van: Nou, jongens, hoe denken jullie erover? Waar kunnen we nog verder rekening mee houden? Hoe kunnen we jullie belangen het beste tot uiting laten komen in dit project? Nee, bij Rijnland werd er ook gekeken naar de problemen. Dus vanuit Rijnland was er dan een analyse gemaakt van een watersysteem en de knelpunten die we daarin zagen. Maar we gingen ook naar de mensen toe om te vragen: Goh, ervaren jullie deze problemen ook? En als we dit aanpakken, missen jullie dan nog wat? Nou, dat vond ik wel echt een hele mooie manier van werken. En wat ik daar persoonlijk ook heb geleerd, is om iets brutaler te zijn. Ik ben vrij behoudend opgevoed, vrij gezagsgetrouw. Binnen Rijnland zat een man, Ronald Karssen, en die leerde me ook om gewoon wat brutaler te zijn. Dus als we een vraag hadden, dan gingen we niet naar het bevoegd gezag van: Goh, hoe moeten we hiermee aan de slag? Nee, we hadden een bestemmingsplanwijziging nodig. En nou ja, we vonden eigenlijk dat we deze niet nodig hadden, want dit, dat, zus, zo. En dan konden we met behulp van het bouwbesluit goed onderbouwen waarom we geen bestemmingsplanwijzigingen hadden. Maar ik heb van Ronald ook geleerd: Mensen die willen niet altijd alleen een probleem gepresenteerd krijgen, maar zorg dat je nou ook gelijk een oplossing erbij presenteert. Dan is toch de kans het grootst dat je het kan sturen in de richting die jouw project het meest ten goede komt. En het is voor degene aan de andere kant van de tafel ook fijn dat je niet de hele verantwoordelijkheid op diens schouders neerlegt.

Carlijn: Nou, vanuit Rijnland ben ik naar de provincie Noord-Holland gegaan. Ook weer heel anders, toch weer terug de wegen in. Aan de ene kant vond ik het water heel leuk en dat appelleerde echt heel erg aan mijn idealen, gewoon klimaatverandering, een goed watersysteem. Maar die wegen en de bouw van bruggen - ik zit nu bij een tunnelbouw - dat vind ik gewoon zo mooi civiel werk. Ja, daar kan ik toch ook echt wel vreselijk van genieten. En wat ik binnen de provincie Noord-Holland voor het eerst ervaarde was de structuur van de BOVC overleggen. Daar had ik wel eerder over gehoord en op papier over gelezen, natuurlijk, maar nu had ik ook echt gezien hoe dat dan in de praktijk werkte. Dus voor iedere grote afsluiting hadden we dan overleggen met de nood- en hulpdiensten, met belangenorganisaties met de busmaatschappijen. Daarbij namen we echt alle wegafsluitingen van A tot Z door, dus: Welk werk gaat er komen? Van wanneer tot wanneer is het werkvak te passeren voor de nood- en hulpdiensten of niet? Ja, en ik vind dat toch eigenlijk wel een hele mooie manier van werken en het werkt ook beter voor de nood- en hulpdiensten merk ik, want als je gewoon over de mail een tekeningetje over de schutting gooit, dan zijn er toch nog best wel vaak vragen. En als je gewoon met elkaar aan tafel zit, en er is soms nog ruimte om wat te verbeteren aan de hand van suggesties, dat vind ik toch eigenlijk wel de prettigste manier van werken. Dus ik zie dat wel echt als een best-practice, die BOVC structuur die ze in Noord-Holland hadden neergezet.

Carlijn: Na tien jaar bij de overheden ben ik eigenlijk overgegaan naar "the wild side" en ben ik voor een aannemer gaan werken. Ik zit nu bij Comol5. Dat is de aannemer die de Rijnlandroute bouwt. Nou en daar heb ik Paul Eijking opgevolgd, echt een fantastische man. En wat anders is aan het werk bij een aannemer - en Paul deed dat echt geweldig - is hoe dicht je dan bij de mensen staat. Dus als er wat aan de hand is, ga er gewoon naartoe. Dat is vanuit de aannemer misschien ook wel wat makkelijker dan vanuit overheden, want als ik kijk naar mijn vorige project, dan moest ik drie kwartier rijden vanaf mijn kantoor naar het werk zelf. Bij een aannemer zit je in de keet, dus dan ga je gewoon eventjes langs als je wat wil zien in de praktijk. En zelfs al heb je een beeld, mensen vinden het toch fijn als je even langskomt, als je even zichtbaar maakt van: Goh, ik neem je klacht serieus en ik wil zien wat er aan de hand is en ik wil zien wat jij ervaart en hoe je dat ervaart. Dus ja, dat vond ik heel gaaf om hier bij de aannemerij ter ervaren.

Carlijn: Ja, het kwartier is al bijna om. Ik dacht dat dit heel ongemakkelijk zou zijn, zo'n heel monoloog, maar kennelijk, ja, ik weet niet wat dat over mij zegt, maar gaat dat me toch wel goed af om zo door te praten. Ik eindig altijd met inspiratie voor collega omgevingsmanagers. Eigenlijk zie ik dat alle omgevingsmanagers met dezelfde punten komen, en ik ben in die zin ook niet heel vernieuwend, maar ik vind het heel belangrijk om niet in je eigen cirkel van projecten te blijven zitten, maar gewoon goed andere projecten op te zoeken en ook goed collega omgevingsmanagers op te zoeken. En ja, deze podcast is daar eigenlijk een poging voor, maar ik zie wel meer mensen die daar hun best voor doen, om kennis te delen en om contact te maken onderling. Ja, ik denk dat dat gewoon toch de leukste is en de meeste inspiratie geeft voor omgevingsmanagers. Dus ja, niet heel origineel, maar dat is wat ik jullie graag zou willen meegeven. Bedankt voor het luisteren en tot een volgende keer.