Hoe werk je vanuit de Rijksoverheid samen met lokale overheden? En hoe betrek je mensen langdurig bij een project, waarvan de bouw pas over een paar jaar mogelijk start? Door het ministerie van Klimaat en Groene Groei wordt op dit moment een verkenning uitgevoerd naar een nieuwe locatie voor twee nieuwe kerncentrales, waar veel om te doen is. Mara Hoogveld is omgevingsmanager voor de zoeklocatie Maasvlakte en vertelt in deze aflevering alles over dit project en hoe de omgeving hierin betrokken wordt.
Transcript van de aflevering
Carlijn: Welkom bij een nieuwe aflevering van Omgevingsmanagement, de podcast. Mijn naam is Carlijn Bergshoeff en mijn gast van vandaag is Mara Hoogveld. Welkom, Mara.
Mara: Dank je wel. Fijn om hier te zijn.
Carlijn: Ja, leuk dat je er bent. Wil je kort wat over jezelf vertellen?
Mara: Ja, heel graag. Ik ben Mara Hoogveld en ik kom uit Utrecht. En daar heb ik lang bij de gemeente Utrecht gewerkt en ben ik omgevingsmanager geworden met een communicatie achtergrond. Zo'n drie jaar geleden werd ik benaderd door het bureau De Omgevingsmanager, of ik interesse had in een gesprek. En ik werd zo bijna veertig. En ik woonde en werkte in de stad, in Utrecht. Dus ik dacht, het is denk ik tijd… een mooi moment om mijn horizon te verbreden. Dus met veel plezier werk ik daar nu al een aantal jaar.
Carlijn: Ja, wat leuk. En het project van vandaag, vertel.
Mara: Ja, vandaag gaan we het hebben over kernenergie. Een onderwerp dat volgens mij wel tot de verbeelding spreekt.
Carlijn: Ja, of juist niet. Want ik ken het begrip wel en ik weet dat het heel emotioneel is voor de mensen die ermee te maken krijgen, maar wat het precies inhoudt, vind ik lastig hoor.
Mara: Ja, dat begrijp ik ook wel. Bij mij riep het in elk geval, voordat ik er meer van wist, allerlei beelden op. Maar waar het om gaat is dat we in Nederland sinds het vorige kabinet nieuwe ambities hebben op het gebied van kernenergie. Dat is onder andere de huidige kerncentrale in Borssele langer open houden en het bouwen van twee kerncentrales, twee grote nieuwe kerncentrales. En ook weer de kennisinfrastructuur, dus de kennis op het gebied van kernenergie opbouwen. In feite is kernenergie een duurzame manier om elektriciteit op te wekken. Zo is het dus ook bedacht door het vorige kabinet en het huidige kabinet heeft de ambitie zelfs uitgebreid. Er is bedacht dat het onderdeel kan zijn van de energiemix om te komen tot een CO2 vrije productie.
Carlijn: Want als ik hoor van het ministerie van Klimaat en Groene Groei, duurzame energieopwekking, dan denk ik: Nou fantastisch! Hoe kan je hierop tegen zijn?
Mara: Ja, dat kan dus ook. Dus er zijn organisaties van wie de grondslag is dat ze tegen kernenergie zijn. En dat kan om verschillende redenen zo zijn. Bijvoorbeeld dat het te duur is volgens hen. Of dat het te lang duurt voordat het gerealiseerd is. Dus dat we niet op tijd klaar zijn. En er zijn natuurlijk ook veiligheidsaspecten waar mensen zich zorgen over maken. Gelukkig zijn er ook veel, nou ja, gelukkig… Er zijn ook voorstanders. En in de volle breedte hebben we daar vanuit het ministerie contact mee.
Carlijn: Nou, leuk. Want inderdaad, we zijn heel vaak gericht op tegenstanders in ons project en daarmee in gesprek gaan en kijken van: Goh, wat zijn jullie belangen? En hoe kunnen we verder komen? Hoe mobiliseer jij de voorstanders in je project?
Mara: Dan is het misschien handig om iets meer te vertellen over wat mijn rol is in het project.
Carlijn: Ja!
Mara: Vanuit de ambitie om twee grote kerncentrales te bouwen zijn er allerlei werksporen, zoals wij het noemen, ingericht. Eentje richt zich op de financiën. Zorgen dat duidelijk is hoe duur het wordt. En dat ook duidelijk wordt hoe die businesscase eruit ziet. Eentje richt zich op techniek. En andere richt zich op afspraken tussen het Rijk en de regio om te zorgen dat als een kerncentrale daar komt, dat de regio daarvan profiteert en negatieve effecten gemitigeerd worden. En het vierde spoor, dat is waar ik het meest in werk en veel van mijn collega's, dat is de ruimtelijke projectprocedure, zoals wij dat noemen. Heel kort samengevat komt het erop neer dat we met elkaar zoeken naar de beste locatie voor twee kerncentrales. Daarvoor doorlopen we een procedure zoals jij ongetwijfeld ook al kent. Dus vorig jaar februari is er gestart met het voornemen en voorstel voor participatie. Dus eigenlijk gewoon het startpunt. En in mei wordt het concept notitie Reikwijdte en detailniveau, dus het onderzoeksplan, wordt gepresenteerd. En daarvoor zijn we heel simpel gezegd - zo simpel en complex als het is - tegelijkertijd Nederland aan het onderzoeken. Dus er zijn nu vier gebieden in beeld. Ik werk dan voor de regio Maasvlakte als omgevingsmanager. In Zeeland heb je Piet. En in Groningen nu ook Mart. Dus er zijn vier gebieden die onderzocht worden op allerlei onderwerpen. En wat Mart, Piet en ik doen, is in contact staan met de bewoners, bedrijven, mede-overheden, provincies, waterschappen enzovoorts, om eigenlijk alle data op te halen. Om te zorgen dat op het moment dat je het hele onderzoek hebt afgerond en er een weging gemaakt moet worden door de ministers, de minister van VRO en Klimaat en Groene Groei, dat je dat doet op basis van alle beschikbare informatie. Dus daar zitten we in het proces. En het is een heel langdurig proces. En wij richten ons echt op het zorgen dat je de beste keuze maakt als het gaat over de locatie.
Carlijn: Ja, want over dat langdurige proces heb ik een vraag ontvangen van Mark van der Kooij van de BouwApp. Die vroeg inderdaad van: Joh, als je zo'n langdurige verkenning hebt, hoe hou je dan de mensen aangehaakt?
Mara: Ja, dat is een hele goede vraag. En Mark weet net zoals jij waarschijnlijk dat je op het moment dat je start met een project de beïnvloedingsruimte vaak het grootst is. En de ontwikkeling is dan nog ver weg. Dus dan is het soms best wel moeilijk om mensen nu betrokken te krijgen. Maar hoe we dat doen? Ja, in feite hebben we een structuur opgezet waarbij we vooral in de eerste plaats met gemeenten en provincie gesprekken voeren en ophalen dat wat er leeft. En dan merk je per gebied… Elk gebied heeft zijn eigen geschiedenis en zijn eigen positie ten opzichte van bijvoorbeeld de bouw van kerncentrales. Dan merk je dat het iets anders vraagt. Dus we willen vergelijkbare data, vergelijkbare onderzoeken, maar je richt dat proces toch wel echt op elke locatie anders in. En ik denk vooral omdat we dat samen doen en het echt toespitst op daar waar de behoefte ligt en hoe je dus voldoet aan de opdracht die je hebt, dat het aansluit bij dat wat mensen kunnen en willen doen in zo'n proces.
Carlijn: Want ik kan me voorstellen dat… Je noemt de locaties Groningen en Maasvlakte 1 en 2 en dan ook Borssele. Maar in Borssele hebben ze al ervaring met kernenergie, dus ik kan me ook zo voorstellen dat je daar dan een heel ander gesprek hebt met omwonenden dan voor de gebieden waar het nog helemaal nieuw is.
Mara: Ja, en dan is het ook nog zo dat Borssele in februari 2022, lang geleden, als politieke voorkeurslocatie is uitgeroepen. Of aangewezen eigenlijk. Uitgeroepen klinkt wel erg...
Carlijn: Ja, ta-da!
Mara: Ja, daar zijn we!
Carlijn: Gefeliciteerd!
Mara: Dus de procedure is ook gestart met het sloegebied waar Borssele invalt en de eerste Maasvlakte. En dat betekent dat die gebieden al langer betrokken zijn bij de procedure. En als politieke voorkeurslocatie zijn de gemeente en de provincie natuurlijk zich heel actief gaan voorbereiden op de mogelijke komst, een heel actief onderdeel van het proces geweest, want het is voor hen actueel. Op het moment dat je dan rond de Maasvlakte gesprekken hebt, is het minder urgent om je te betrekken of om je te informeren, omdat het beeld is ontstaan: Het wordt toch wel Borssele.
Carlijn: En hoe ga je daarmee om?
Mara: Ja, goede vraag. Het belangrijkste is, denk ik, gewoon echt heel helder blijven uitleggen hoe de procedures eruitzien. En een ruimtelijke projectprocedure heeft geen politieke voorkeur. Dus het is heel relatief simpel. We doen uitgebreide onderzoeken en we brengen alles zo feitelijk mogelijk in beeld. Daar komt dan een locatie uit die als meest geschikt wordt beoordeeld. En als je daar de gesprekken over voert, dan daagt het mensen ook wel van: Oh, wacht, maar dan is het wel belangrijk om hierbij betrokken te zijn, om te zorgen dat wat mijn zorgen zijn of welke issues ik zie, dat het goed terechtkomt in al die stukken.
Carlijn. Ja, dat is inderdaad mooi.
Mara: Maar wat betreft die betrokkenheid: Elke regio vraagt echt iets anders. Elke regio heeft ook een andere geschiedenis met bijvoorbeeld de Rijksoverheid.
Carlijn: Ja, want in Groningen zullen ze daar ook een heel ander gevoel bij hebben.
Mara: Ja, dat is gecompliceerd. Dus gisteren heeft de provincie Groningen daar ook een bericht over uitgedaan, dat zij van mening zijn dat ze geen onderdeel hoeven te zijn van concept NRD, dus het onderzoeksplan. Maar op basis van advies van de landsadvocaat is besloten dat wel te doen.
Carlijn: Ik kreeg daar best wel veel vragen over. Over het feit dat jij een soort van brugfunctie hebt tussen het Rijk en de lokale overheden. Ja, dat vroeg Wouter van Velsen ook van Van Gelder. Die zegt: Hoe navigeer je daar nou tussen? Zeker als die belangen niet altijd in lijn zijn. Hij had het ook nog over belangen met bedrijven en bewoners. Hoe navigeer je daar tussen?
Mara: Ja, ik kan dan het beste spreken voor de Maasvlakte natuurlijk. Ik denk dat het heel erg goed is om de belangen daar juist in beeld te brengen, daar waar de spanning zit. En belangen hoeven ook niet met elkaar te stroken, maar ik denk dat het vooral belangrijk is om het goede gesprek daarover te voeren. Dus zo organiseren we bijvoorbeeld “rond de tafel”-gesprekken met maatschappelijke organisaties. En die hebben allemaal hun eigen invalshoek en eigen belangen die ze vertegenwoordigen en verdedigen ook. Die gesprekken verlopen eigenlijk met veel wederzijds respect, omdat het er vooral over gaat dat je hoort wat zij meegeven, wat zij van belang achten. Dat is in iedereens voordeel.
Carlijn: Ik heb soms weleens dit soort trajecten, waarbij mensen dan eigenlijk best wel cynisch zijn en verwachten van: Ja, ik word hier wel uitgenodigd, maar ga je daar nou eigenlijk wel echt wat mee doen? Is dat ook een sentiment waar jij mee te maken krijgt als je dit soort gesprekken organiseert?
Mara: Ja, dat. We zijn al zo vaak betrokken en ik heb het heel vaak met enthousiasme gedaan, maar wat heb ik eraan? Het gevoel kun je niet wegnemen, maar we proberen wel de betekenis echt duidelijk te maken. Dus wij maken van alle gesprekken verslagen, dus die standpunten worden ook op een website gezet. Die worden vastgelegd. Dat is denk ik een heel concrete manier om te laten zien dat wij luisteren. En er wordt ook input opgehaald bij deze organisaties. Denk ook aan een GGD of een veiligheidsregio of een natuurfederatie, om die onderzoeken waar het moet uit te breiden. Dus de inzet is oprecht.
Carlijn: Dus je laat ook zien in je acties dat je er wat mee doet?
Mara: Ja. En als we er niets mee doen, zoals dat gaat, wordt aangegeven waarom niet. Maar het klopt, dat is wat ik vaker hoor - ook in andere projecten hoor - van: Het is voor de bühne. Dus daar hebben we denk ik als omgevingsmanagers met elkaar ook iets te doen, want dan zijn er te veel projecten geweest waar dat dus in elk geval het sentiment is dat is overgebleven nadat mensen zich hebben ingezet. En wat ik ook hoor in toenemende mate is dat mensen heel veel op zich afkrijgen. Dus omgevingsmanagement groeit. We hebben ook een stevigere positie onder de omgevingswet en dat is heel mooi. Dat betekent wel, als je kijkt naar of het nou binnenstedelijk is of buiten de stad, dat mensen nogal bevraagd worden. Dus wij gaan allemaal afzonderlijk... Wij maken ons omgevingsanalyse, brengen stakeholders in beeld, issues in beeld en van daaruit hebben we een aanpak doorgaans. En daar bedenken we de meest fantastische dingen in die best wel wat vragen van kleinere organisaties of organisaties die het juist met minder mensen en minder geld moeten doen. Dus wat we ook doen, is de participatie zoals bedacht, zeker in de regio, of nou, eigenlijk in alle regio's… Wat ik eerder zei: We zijn flexibel in dat proces. Dus dat doen we echt met anderen. We schakelen we bij als we merken: Hiermee vragen we nu te veel.
Carlijn: Kan je daar een concreet voorbeeld van geven?
Mara: Ja, we hebben dus “rond de tafel”-gesprekken gehad met maatschappelijke organisaties. Ik vond het mega leerzaam. Ik ben een soort fluïde als een tegenstander mij vertelt van: Om deze reden zou je dit nooit moeten doen. Dan denk ik, nou, dat is best een plausibel verhaal. En dat geldt voor iedereen, vanuit zijn eigen perspectief heeft iedereen gelijk. Heel nuttig. Maar daar gaf op een goed moment ook een organisatie aan dat zij met andere organisaties die wij ook hadden uitgenodigd hebben afgesproken dat zij hen ook vertegenwoordigen, omdat voor hen de druk anders te groot wordt. En dat zo'n middag, dat best wel wat vraagt. En zij gaven ook aan: We moeten kijken een volgende keer of we het ook zo doen. Maar misschien kunnen we beter gewoon een keer een afspraak plannen. Of je komt langs of we doen het online. En dat vind ik heel legitiem en daar moeten wij dus ook op schakelen. Dat doen we dan ook. Dus ik denk dat het mooie van ons vak is dat we heel erg uitgaan van verbinding maken met bewoners of organisaties. En als je dat echt doet, dan moet je dus ook luisteren als ze iets aangeven over hoe je je processen inricht.
Carlijn: Ja.
Mara: En daar vervolgens op schakelen. Dus dat proberen we wel te doen.
Carlijn: Ja, de liefde moet wel van twee kanten komen. Iemand maakt tijd vrij voor jou, maar dan moet je ook gewoon wel je best doen om je aan te sluiten bij de beschikbaarheid van die ander.
Mara: Ja, en dan ook daarin, als mensen aangeven: Er zijn wel heel veel projecten waar we gevraagd worden mee te denken. Wat we ook doen, is kijken - meer gebiedsgericht - welke projecten vanuit het Rijk of vanuit de gemeente of een tenant zijn er nog meer. Daar hebben we een overleg voor ingericht, gebiedsgericht communicatiewerkgroep, om te beginnen een agenda te maken met elkaar en daar allemaal in te zetten wat wij aan het doen zijn. En misschien kunnen we daar slimmere verbindingen in maken, zodat we die participatiedruk wat verlagen en toegankelijker zijn.
Carlijn: Ja, mooi. Goed initiatief.
Mara: Dank je.
Carlijn: Ik kreeg ook een vraag binnen van Marjolein van Boxel van de gemeente Voorne aan Zee en die zegt: Je hebt nou inderdaad die brugfunctie. Ik hoor ook in je verhaal een soort spin in het web gebeuren met maatschappelijke organisaties, het Rijk, de provincie. Maar wat vind je nou het leukste of het uitdagendste aan die brugfunctie?
Mara: Nou ja, allereerst is Marjolein dus één van de mensen van de gemeente Voorne aan Zee waar ik mee werk, dus dat is heel erg leuk. Net zoals haar collega's van de andere gemeenten en de provincie. En wat ik leuk vind, is dat je... Ik heb voor het eerst een opdracht bij de Rijksoverheid trouwens, maar er werken vrij veel beleidsmedewerkers. En dat hoort ook, want er wordt beleid gemaakt. Mijn functie is echt vanuit het Rijk direct in contact staan met de omgeving waar het uiteindelijk om gaat. Dus die is vrij extern gericht enerzijds en aan de andere kant ben ik wel betrokken bij dat deel rond het vormgeven van zo'n proces. Dus ik vind het heel erg leuk om de buitenwereld voor het Rijk echt naar binnen te brengen.
Carlijn: Merk je dat dat nieuw is voor het Rijk?
Mara: Daar zou ik niet zo in het algemeen uitspraak over kunnen doen.
Carlijn: En voor de plek waar jij zit?
Mara: Eén van de dingen die dus heel interessant is aan de plek waar ik zit, is dat de directie kernenergie tot een aantal jaar geleden - totdat er nieuwe ambities waren - heel erg klein was. Dus die hadden beperkte opdracht. En met de uitbreiding van de ambities is die directie aan het opbouwen. Dus er werken heel veel kundige, enthousiaste, jongen - van geest natuurlijk - en ook letterlijk jonge. Het is nog niet zo in beton gegoten hoe dat functioneert, dus het is eigenlijk een soort nieuwe organisatie binnen zo'n Rijk. Dus ik kan denk ik niet goed de vergelijking maken met andere directies of het Rijk in het algemeen, omdat dit wel een aparte tak is. En het valt me op dat daar... De ambitie is niet alleen het uitvoeren van het kabinetsbeleid, maar ook een voorbeeld zijn als Rijk van hoe je dit doet. Dus de mensen waarmee ik werk, willen het echt goed doen.
Carlijn: Dat is toch wel heel tof om daar dan onderdeel van te zijn?
Mara: Dat is heel gaaf. En dat maakt dus ook dat zo'n participatieproces inrichten of omgevingsmanagement nog vrij flexibel is. Dus vanuit Marjolein onder andere en ook een andere collega kwam het idee: Zullen wij niet eens naar Zeeland gaan? Omdat zij de afgelopen jaren harder hebben gelopen. En wij willen wel leren van wat ze daar gedaan hebben en ze ontmoeten, zodat wij nieuwe contacten hebben en wellicht slimme verbindingen kunnen maken. Of slimme dingen samen kunnen doen. En dat doen we dan. Dus toen zijn we gewoon met een delegatie van de regio Maasvlakte naar Zeeland gegaan. Daar zijn we geweldig goed ontvangen. En het was heel inspirerend. We zijn ook gaan kijken op de locaties die daar in beeld zijn. En die ruimte is er en dat is heel fijn. Dat is heel fijn werken.
Carlijn: Ik heb ook soms het gevoel dat als er projecten vanuit de Rijk komen, dat het dan voor lokale overheden best wel als een bedreigend iets over kan komen. En juist door ze te laten netwerken met andere gemeentes die meer ervaren zijn, maak je ze ook een soort van sterker in hun rol. Dus ik denk daarom dat het best wel gewoon een heel goed idee is dat het het gesprek wat gelijkwaardiger maakt. Mag ik dat zo zeggen?
Mara: Nou, dat het een goed idee is sowieso.
Carlijn: Het is een goed idee!
Mara: En dat woord dat je gebruikt, gelijkwaardigheid, daar, als ik dan mezelf zou moeten kenmerken als omgevingsmanager, “een gelijk speelveld creëren”, dat is waar het me om te doen is. Dus weerstand is niet erg. Tegenstrijdige belangen is niet erg. Ik denk dat je in alles moet investeren, dat een ieder die wil participeren, dat kan. Dus dat je zorgt dat de kennis feitelijk wordt gedeeld. En dan is dan ieder te bepalen: Wat vind je daar nou vervolgens van? Maar iedereen moet in positie gebracht worden om te doen daar waar hij of zij voor staat.
Carlijn: En de politiek moet het brede palet in beeld hebben, zodat ze een goed geïnformeerd besluit kunnen nemen?
Mara: Precies, ja, dat is waar het uiteindelijk over gaat. En het mooie aan mijn opdracht vind ik: Mijn opdracht heeft geen politieke kleur. Dus wat wij doen is gewoon oprecht in beeld brengen: Dit is hoe de situatie is. Dus als je hier gaat bouwen, heeft dat impact op deze onderdelen van de leefomgeving.
Carlijn: We hebben het aan het begin van de podcast ook al kort gehad over voorstanders. Maar hoe ga je daarmee om?
Mara: Hoe ik omga met voorstanders?
Carlijn: Nou ja, welke partijen zijn voorstanders? Hoe betrek je die in het proces?
Mara: Ja, voorstanders tot nu toe... Maar misschien is dat ook omdat het een langdurig proces is, maar je hebt een paar organisaties die echt uitgesproken tegen zijn. Maar dat onderzoeken van “wat is nu de beste volgende stap?”, dat doen we ook wel…nou ja, “met z'n allen” dat klinkt zo…
Carlijn: One big happy family.
Mara: Precies, zo is het ook weer niet. Maar ik denk dat, als ik ook voor anderen spreek: Iedereen in die onderzoeksfase, en sommige voor- en mogelijke voorstanders of tegenstanders hebben ook gezegd: Ik wil eerst of me verder informeren of kijken hoe het zich ontwikkelt. En op het moment dat jullie een volgende stap zetten, dus ofwel met het onderzoeksplan naar buiten gaan of misschien bij de locatiekeuze, dan bepalen wij onze positie. Dan nemen wij een stelling in.
Carlijn: Dus het is niet zo dat iedereen al met heel erg hakken in het zand komt of een heel duidelijke mening vooraf al?
Mara: Ja, op sommige fundamentele punten wel, natuurlijk. Dus als je staat voor het natuurbelang, dan breng je dat naar voren, anders zit je op de verkeerde plek. Dat is je plek aan tafel. En een havenbedrijf geeft aan, als het gaat over de Rotterdamse haven: Dit is een hele dure, belangrijke, diepzeegebonden haven, dus het lijkt ons niet logisch als je die gaat inzetten voor kerncentrales. Dus zo heeft iedereen wel wat. Het is niet zo dat er geen meningen zijn, maar er zijn ook gewoon... Een natuurfederatie die ik sprak, die vertelt, en dat vind ik echt heel gaaf, dat ze interne sessies organiseren en deskundigen in huis halen om gewoon echt een soort gefundeerde visie te ontwikkelen rond dit onderwerp.
Carlijn: Ja, mooi.
Mara: En dat is ook iets dat ik aan de gesprekken heb overgehouden. Een soort inzicht dat ik had, is dat we vertellen “dit en dit is wat we aan het doen zijn” en grote kerncentrales zijn een ambitie. Maar dat is best lang geleden, dus niet alleen die directie kernenergie moet opgebouwd worden. Ook bij andere organisaties, een GGD of een veiligheidsregio, de gemeente. Iedereen wordt ineens gevraagd: Verdiep je in dit onderwerp. Er wordt gevraagd: Hoe kijk je hier tegenaan? Dus wat ik denk is dat op de uitgesproken voor- en tegenstanders na, dat het middenveld in een soort verkennende fase zit.
Carlijn: Ja, mooi. Ik heb nog een vraag ontvangen van Wouter van Velsen. Hij kwam net al voorbij. En ik vond dat echt een hele goede vraag, want wij zitten als omgevingsmanagers op projecten. Nou, daar kan je je werk gewoon neutraal uitvoeren. Maar soms kan het ook indruisen of juist heel erg stroken met je eigen normen en waarden of in dit geval politieke ambities. Want Wouter die geeft aan, hou me te goede, ik weet niet of het zo is, dat je een GroenLinks stemmer bent. En die vroeg van: Joh, hoe verhoudt jouw eigen overtuiging zich tot je professionele rol binnen dit project? Zonder al te diep in te gaan over de vraag op welke partij je stemt, vind ik dat wel heel boeiend.
Mara: Oh, ik wilde eigenlijk direct starten met een soort GroenLinks campagne.
Carlijn: Haha!
Mara: Nee, ik wilde beginnen met complimenten voor Wouter. Want ik heb geen idee hoe hij iets van een spoor heeft gevonden van mijn politieke voorkeur. En ik denk dat het belangrijk is - voor iedereen gun ik dat - dat je werk doet waar je achter staat, waar je het liefst ook wat vrolijk van wordt en waarvan je denkt: Ik ben hier van betekenis. Dus elk project dat ik doe of elke opdracht, dat toets ik aan mijn eigen normen en waarden en in de gesprekken ook met het ministerie van Klimaat en Groene Groei. Nou, ik heb het wel echt verkend, is dat in dit geval zo? En dat is duidelijk zo, want ik verstop het ook niet, mijn werk. Ik praat er zelfs over in een podcast. Dus voor mezelf heb ik een afweging gemaakt en die is zo uitgevallen.
Carlijn: Ja. We komen alweer aan het einde van de aflevering.
Mara: Dat is toch niet normaal?
Carlijn: Ja, ik hoor dat altijd van gasten, dat ze zeggen: Ja, het gaat echt heel snel.
Mara: Ja.
Carlijn: Ja, maar goed om te horen, denk ik dan maar.
Mara: Ja, een compliment aan jou dus.
Carlijn: Nou ja, maar mag ik nog even het saillante detail vertellen? Dat je vroeger altijd in slaap viel bij mijn podcast.
Marra: Nou, vroeger, tot een paar dagen geleden. Ja, nou ja, dat is dus... Je begeleidt me hier door het gesprek op een rustige wijze. Als je geen deelnemer bent van het gesprek en verder alleen luistert en op de bank zit, dan val ik dus in slaap. Het is heel ontspannend. Maar ik heb dus wel een methode ontwikkeld nu. Het klinkt alsof het anders niet te doen is…
Carlijn: Niet te hachelen.
Mara: Niet te hachelen, nee. Maar mijn huis is heel schoon, want tijdens het schoonmaken heb ik jouw podcast geluisterd.
Carlijn: Heerlijk.
Mara: Dat doe je goed.
Carlijn: Dankjewel. Ik werk het zelf ook de laatste tijd. Ik ga heel vaak wandelen met podcasts in, maar de laatste maanden doe ik het ook weleens tijdens het autorijden. Maar dan krijg ik weleens een wegtrekkertje. En dan denk ik: Nou, dat lijkt me nou niet helemaal de bedoeling.
Mara: Nee, dat lijkt me ook niet.
Carlijn: Je moet wel goed je momenten kiezen wanneer je een podcast luistert.
Mara: Precies, ja.
Carlijn: Wil je nog iets meegeven aan collega-omgevingsmanagers ter inspiratie?
Mara: Ja… Ik hoop dat ik inspirerende dingen heb meegegeven.
Carlijn: Ja, ik vind het gewoon heel leuk om je verhaal te horen inderdaad.
Mara: Maar dat gaan we terugluisteren… Wat ik mee zou willen geven…. Misschien ook wat ik eerder zei: Echt de oproep om de verantwoordelijkheid te voelen voor ons vakgebied en hoe we dat inrichten. Want ik hoor net iets te vaak, het kan ook alleen de ervaring zijn van mensen dat ze toch teleurgesteld zijn in trajecten waar ze zich voor hebben ingespannen. Dat kan allerlei redenen hebben, dus ik denk dat we heel veel goed doen, maar de oproep daar kritisch naar te blijven kijken. En onze mooie plannen, ook niet te veel zelf uit te werken, maar ook echt te toetsen bij de mensen die het aangaat. Sluit dit aan bij wat jullie nodig hebben of hoe jullie betrokken zouden willen worden? En verder kies opdrachten, werk, klussen, waar je zelf blij van wordt, want dat is goed voor iedereen.
Carlijn: Ja, dan kom je in je flow.
Mara: Dan kom je in je flow, ja.
Carlijn: Heel erg bedankt voor je verhaal, Mara.
Mara: Heel erg bedankt voor de uitnodiging, Carlijn.
Carlijn: En luisteraars, dank je wel voor het luisteren. De volgende aflevering wordt een bijzondere, want dat wordt de vijftigste aflevering van de podcast. Het wordt een jubileumeditie en graag tot volgende maand.